Droomeiland

Mauritius

Mauritius is een tropisch eiland in de Indische Oceaan. Het is een zelfstandige republiek, bestaande uit verschillende eilanden. Het land ligt circa 855 km ten oosten van Madagaskar en circa 1800 km ten oosten van het vasteland van Afrika. Het is een echte strandbestemming. Toeristen komen hier voornamelijk voor het mooie weer, de witte stranden en de wuivende palmbomen. Duikers en snorkelaars kunnen hun hart ophalen in de helderblauwe zee, maar ook kitesurfers en golfers zijn in Mauritius op hun plaats.

Er zijn aanwijzingen dat de Arabieren rond het jaar 1000 al van het bestaan van het eiland wisten. De Portugezen komt echter de eer toe van de eerste landing op Mauritius, begin 16e eeuw; ze noemden het ‘Cirne’ (= Zwaan) en het bleek onbewoond te zijn. De Portugezen gebruikten het eiland als tussenstop op de route naar Zuid- en Oost-Azië, maar vestigden zich er niet. Het eiland bleef dus onbewoond, tot het in 1598 op beperkte schaal gekoloniseerd werd door Nederlandse zeelieden onder leiding van Wybrand van Warwijck. Hij noemde het naar de toenmalige stadhouder Maurits graaf van Nassau, de latere prins van Oranje.

De Baai Zonder Eind

Sinds admiraal Wybrand van Warwijck hier aan wal stapte is er veel veranderd. De plek die toen op de kaart stond als De Bogt Sonder Eyndt heet nu Grand Baie en is de toeristische hoofdstad van het vakantie-eiland. De eindeloze baai is volgebouwd met een eindeloze rij strandhotels, winkelcentra, bars, restaurants en discotheken. In het fel azuurblauwe water dobberen honderden bootjes voor visexcursies, dolfijnentours en snorkeltrips. En heb je geen zin in exotisch eten, dan stap je binnen bij McDonald’s, KFC of PizzaHut. De toeristenhel. Het noorden is de meest ontwikkelde kant van het eiland en Grand Baie heeft inmiddels ook de naburige bountystranden van Trou aux Biches, Mont Choisy en Pereybère opgeslokt – ooit stuk voor stuk slaperige vissersdorpjes, nu tezamen een soort Benidorm in de tropen.

© Sander Groen
Helemaal ten noorden

Drukke boel dus langs de kust boven Port Louis. Een stuk stiller wordt het voorbij het noordelijkste puntje van Mauritius, Cap Malhureux, de ‘onfortuinlijke kaap’ waar talloze schepen op de klippen liepen én de plek waar, lang nadat de Nederlanders vertrokken waren, de Britten in een bombastische zeeslag de Fransen versloegen. Grand Gaube is nog een tamelijk authentiek vissersdorp, met maar een paar hotels aan een suikerwit strand in een halfronde baai met handwarm zeewater. Ze bestaan dus nog, van die badplaatsjes waar je op slag verliefd op wordt en nooit meer weg wilt.

Als aan de noordkust de zon schijnt, kan het een paar kilometer landinwaarts zomaar stortregenen, aan de westkust miezeren en aan de oostkust weer droog en heet zijn.

De rots des doods

Mauritius is klein als een Belgische provincie maar bergachtig. Uren duurt het om van A naar B te komen, over door bougainvillea en flamboyant overgroeide kronkelende kustwegen. Door diezelfde bergen verschillen de weersomstandigheden per windrichting: als aan de noordkust de zon schijnt, kan het een paar kilometer landinwaarts zomaar stortregenen, aan de westkust miezeren en aan de oostkust weer droog en heet zijn.

Le Morne Brabant is het markantste herkenningspunt van Mauritius, met een beladen geschiedenis. De grotten in de bergwand fungeerden ooit als schuilplaats voor gevluchte slaven. Toen de slavernij werd afgeschaft, beklommen Britse Bobby’s de rots om de slaven te bevrijden. Zij dachten juist dat ze gevangen genomen zouden worden en sprongen massaal van de rots, de diepte en de dood in. Nu is het er een stuk vrediger: op de berghelling groeien twee bijzondere plantjes, de mandrinette en de boucle d’oreille, die alleen hier en nergens anders ter wereld bloeien, en aan de voet van de berg wordt geluierd op de loungebedjes van super-de-luxe strandresorts.

Het favoriete strandje van de Mauritiaan

Vraag een willekeurige Mauritiaan naar zijn favoriete strand en je krijgt steevast hetzelfde antwoord: Tamarin. Nog zo’n perfecte halfronde baai met azuurblauw zeewater, een wit strand met overhellende kokospalmen en ruisende casuarinabomen. In plaats van een lange rij vijfsterrenresorts, zoals op Le Morne en veel andere Mauritiaanse stranden, staat hier maar één hotel, dat er uitziet alsof het zo uit de jaren 70 is geteleporteerd.

Hoewel, het kan altijd nog tropischer. Een boottochtje verwijderd van de oostkust ligt het favoriete uitje van de Mauritianen: een mini-eilandje met misschien wel ’s werelds mooist gelegen golfbaan en daaromheen een van de dromerigste zandstrandjes van het zuidelijk halfrond. Op Île aux Cerfs, waar ondanks de naam geen hertjes leven, valt niets anders te doen dan nietsdoen, en toch heb je daar hier een dagtaak aan: pootjebaden in de pastelblauwe beschutte lagune, smullen van een vers visje aan een tafeltje op het strand met je tenen in het warme zand of luieren in een hangmat met een ijskoud biertje erbij.

Huur een eiland

Als ‘Zandplaat met Twee Klapper-boomen’ stond op een Nederlandse landkaart uit 1724 het volgende mini-eilandje ingetekend. Dat klopt allang niet meer, er staan hier nu 85 kokospalmen. Een rondje eiland over het strand duurt 12 minuten. Île des Deux Cocos, zoals het nu heet, was een eeuw geleden eigendom van de Britse gouverneur Sir Henry Hesketh Bell, die er voor zijn aristocratische gasten flamboyante feestjes gaf. Voor enkele euro’s boek je een dagtrip met lunch en drank inbegrepen, maar het eiland is ook in zijn geheel af te huren, inclusief tien man personeel, feestmaaltijden, een ruime voorraad Mauritiaanse rum en een villa met plek voor vier. Dat kost dan wel een slordige 3500 euro per nacht. Beide eilandjes zijn bereikbaar vanuit Blue Bay, het Grand Baie van het zuidoosten. Geen fastfoodketens, striptenten of bananenboten, wel een prima toeristische infrastructuur, ontspannen cafés, charmante hotelletjes en smakelijke Creoolse eettentjes. Met ’s lands enige zeereservaat door de deur, vol zeldzame koraalsoorten, dolfijnen en kleurige vissen, is dit de beste plek om te duiken of snorkelen.

Beste reistijd

Mauritius kan het hele jaar door. In de lente en zomer (onze herfst en winter) is het warm en vochtig, met vooral in de zomer af en toe kans op een stevige stortbui. Het regenseizoen loopt van december tot april met in december en januari kans op tropische cyclonen. De maanden mei/juni en september/oktober zijn het prettigst, met weinig regen en zo’n 25 graden.

© Tekst: Sander Groen

Share this post

Start typing and press Enter to search

Shopping Cart