El Flamenco de Doñana
Carl Huybrechts runt olijfgaard in Andalusië
Enkele jaren geleden rees bij voormalig sportcommentator en tv-presentator Carl Huybrechts het idee om een retraitecentrum voor bedrijven en sportclubs te openen in Zuid-Italië, maar het werd een olijfplantage in het schilderachtige dorpje Villamanrique de la Condesa in Andalusië. Onder de naam
El Flamenco de Doñana produceert hij er samen met Philippe Vercruysse en Karel Dierick hoogkwalitatieve olijfolie en laat hij de Belgen kennis maken met enkele Spaanse heerlijkheden.
Van Italië naar Zuid-Spanje
“Ik was eigenlijk op zoek naar een oude masseria (een boerderij met ruimte voor gasten) met een olijfgaard in Puglia in Zuid-Italië, maar toen ik dat vertelde aan enkele Spaanse vrienden, lachten ze me uit. Olijven in Italië? Je gaat beter naar Andalusië, hét epicentrum van de olijventeelt in de wereld. Dat leerde ik inmiddels wel: Andalusië brengt jaarlijks meer dan drie keer meer olijven en olijfolie voort dan het hele grondgebied van Italië. De olijventeelt is er een echte cultuur en hightechwetenschap. De kwaliteitsnormen zijn er ook veel strikter dan in Italië.”
En zo kon de zoektocht naar een olijfgaard in Andalusië starten. “Samen met die Spaanse vrienden reed ik honderden kilometers door olijfgaarden en uiteindelijk kwamen we terecht in Villamanrique de la Condesa, een magnifiek dorpje nabij Sevilla. Gedurende drie jaar reisde ik er samen met Philippe, die intussen mee in het verhaal was gestapt, bijna maandelijks enkele dagen naar toe om van daaruit Andalusië te doorkruisen, op zoek naar een mooie en betaalbare olijfgaard. We werden vergezeld door Maxi Matteos, een jonge landbouwingenieur en olijfoloog die ons gidste en de finca’s die we bezochten, keurde.”
Meteen verliefd op de streek
Uiteindelijk botsten ze op een prachtige olijfgaard aan de rand van Villamanrique de la Condesa zelf, grenzend aan El Parque Nacional de Doñana. “Het natuurpark ligt langs de Atlantische Oceaan en is een van de mooiste vogelreservaten ter wereld. Tienduizenden flamingo’s nestelen en broeden er in het waterrijke gebied van de oeroude delta van de rivier Guadalquivir. Er zijn ook tientallen kilometers ongerepte stranden. Het is er onvoorstelbaar rustig, we waren meteen verkocht.” En vice versa: “Het dorp heeft ons, Los Flamencos, ook in zijn armen gesloten. We zijn er in alle taperías en restaurants kind aan huis. Intussen zijn we al gekend als ‘Los Flamencos Locos’, omdat we bij elk bezoek Manzanilla-sherry trakteren op het dorpsplein.”
“Onze olijfgaard ligt naast een natuurpark waar tienduizenden flamingo’s nestelen: magisch!”
De eerste olijfolie
Hoe relaxed de sfeer er ook is, olijven telen is geen sinecure en vraagt bijzondere expertise. “We hebben ons volledig laten leiden door de kennis van Maxi en zijn collega-olijfoloog Andres. Na de aankoop van de olijfgaard hebben we er alle oude bomen laten rooien en een nieuwe, speciale olijfsoort geplant, de Sikitita.
Het is een kruising van de twee bekendste Spaanse olijfrassen, de krachtige Picual en de vriendelijke Arbequina. De nieuwe boompjes werden geplant in februari 2018 en begin oktober 2020 hadden we onze eerste oogst. Die resulteerde in een fantastische olie – virgen extra, uiteraard – met een uitzonderlijk lage zuurtegraad van nagenoeg 0,1%. Ook Sandra Bekkari is er helemaal weg van en is intussen een ambassadrice van onze olijfolie.”
Een avontuur dat naar meer smaakt
De derde ‘Flamenco’, Karel Dierick, focust zich op de import van de olie en dat maakt de stap kleiner om ook andere Spaanse topproducten bij de Belgen te introduceren. “We hebben met z’n drieën een zeer lekkere rode wijn ontdekt uit Almansa, nabij Valencia. Het is een buitengewoon krachtige wijn, gemaakt van de Monastrell- en Garnacha Tintorera-druif. Een ware aroma- en smaakbom met een alcoholgehalte van 15,5%. We voeren hem in onder de naam El Tinto met ons eigen etiket van El Flamenco de Doñana.“ En dat is nog niet alles. Samen met Maxi, Andres en enkele Spaanse vrienden investeerde het triumviraat in een eigen perserij en bottelarij, die eind 2021 operationeel zal zijn.
“Misschien vinden we daarnaast nog de tijd om gegidste reizen naar het natuurpark te organiseren. We zijn zo gek op die streek dat we vinden dat elke Vlaming er eens een bezoekje moet brengen. Wij logeren altijd in de Ardea Purpurea Lodge, een prachtig landelijk hotel met een heerlijke keuken te midden van het natuurpark. Het hotel wordt gerund door vier knotsgekke broers die wij al gekscherend de Daltons noemen. Hier voel je echt de betoverende sfeer van het dorp, een aanrader!”
Door de schoolgaande kinderen van Carl zit verhuizen er niet meteen in, maar ook zij zijn al helemaal verkocht. “Mijn twee jongste zonen van 10 en 14 jaar zijn stapelgek op Villamanrique en vinden Sevilla de mooiste stad van de wereld. Als ik nog maar gewag maak van de olijfgaard roepen ze in koor: mogen we mee?”
www.elflamenco.shop